Spring naar inhoud

Het is heerlijk weer buiten. De zon schijnt, weinig wind, heerlijke temperatuur.

Ik zit met de gordijnen dicht, belichting aan, achter mijn computer samen met mijn deelnemers in een online training over Didactische Vaardigheden Online. In een ochtend gaan we in op de belangrijkste zaken bij online trainingen. Hetzelfde als op locatie, en toch heel anders. Tijdens een pauze kom ik in gesprek met enkele deelnemers. Over online trainen met deelnemers die niet goed weten hoe in te loggen. Deelnemers die liggend op bed trainingen volgen. Kleine kinderen op schoot. Echtgenoot thuis, ook in calls, de een boven, de ander beneden.
Gewoon doorwerken, terwijl de buren hun huis verbouwen (thank you for drilling during my meeting), hun eigen keuken verbouwd wordt, en katten vragen om aandacht en het leven thuis in pakketjes wordt afgeleverd.

Na de training sluit ik mijn laptop af en ga naar buiten. Ik denk aan de deelnemers, en aan alle mensen daarachter. Ik kijk terug, na ruim een jaar online werken. En dan zie ik de moed en het proberen door te gaan in omstandigheden die allerminst ideaal zijn. Omgaan met wat er is, terwijl het leven van liefde en hoop, vertrouwen en verlies gewoon doorgaat.

Ik drink op mij en op jou. Proost.

Ik drink op de mensen

Ik drink op de mensen
Die bergen verzetten
Die door blijven gaan met hun kop in de wind
Ik drink op de mensen
Die risico's nemen
Die blijven geloven
Met het geloof van een kind

Ik drink op de mensen
Die dingen beginnen
Waar niemand van weet wat de afloop zal zijn
Ik drink op de mensen
Van wagen en winnen
Die niet willen weten van water in wijn

Ik drink op de mensen
Die blijven vertrouwen
Die van tevoren niet vragen
'Voor hoeveel' en 'waarom'
Ik drink op de mensen
Die door blijven douwen
Van doe het maar wel
En kijk maar niet om

Ik drink op het beste
Van vandaag en van morgen
Ik drink op het mooiste waar ik van hou
Ik drink op het maximum
Wat er nog in zit
In vandaag en in morgen
In mij en in jou

Muziek: Klaas van Dijk
Tekst: Paul van Vliet

In een training over online didactische vaardigheden vertellen deelnemers hoe ze sinds een paar maanden online aan de slag gaan. Sommigen accepteren gelaten, want “het is niet anders, dit is het”. Anderen zitten nog met wat weerstand te kijken naar dat scherm. Heel veel zin hebben ze er niet in, en de meesten zien online werken als een noodzakelijk kwaad. Belangrijkste argument: het hele non-verbale ontbreekt, en de afstand is zo groot. Als trainer zie je echt niks. Dus wat kun je online nu bereiken?


We gaan aan de slag. Ik laat de deelnemers met elkaar overleggen hoe zij de training starten. Er ontstaat een geanimeerd gesprek over wat hun deelnemers allemaal doen aan het begin van de training, en hoe ze daarmee omgaan. We hebben het over deelnemers die geen zin hebben in online een training volgen en nukkig achter hun scherm zitten.


En langzamerhand komt het gesprek op wat je allemaal ziet in een online training. Waar deelnemers eerder in een zaaltje bij elkaar kwamen, zien trainers nu hun woonkamer. Het wasgoed op zolder. De kinderen. De kat komt in beeld en de korte ‘discussie’ met de puberdochter. Het besef komt bij mijn deelnemers dat online waarnemen ook andere informatie geeft. Een ander licht, waarbij hun deelnemers meer in context zijn. Meer informatie over achtergrond, leefomstandigheden, en soms interactie met anderen buiten de training.

Ineens blijkt er online iets te kunnen wat op locatie niet kan. Het werkt voor de deelnemers verruimend om te zien hoe alle informatie bijdraagt aan waarneming. Hoe ze daarmee mensen ook online kunnen ‘zien’, écht kunnen kijken, en hun training kunnen afstemmen op wat ze waarnemen.

Direct na de training ga ik een rondje hardlopen, van scherm naar buiten. Ik voel de regen op mijn gezicht, de kou langs mijn armen, de wind door mijn haar gaan. Alles zindert. Mijn hele lijf is nog afgestemd op waarnemen. Dan realiseer ik me hoezeer ik op waarnemen gericht ben tijdens online trainen. Het wordt een heerlijk rondje.