Tijdens mijn vakantie leer ik graag andere culturen kennen, de mensen van een land ontmoeten, hun wereld zien voor zover dat kan door hun ogen. Ik reis meestal alleen en ontmoet locals om een stad of land te leren kennen. Ik nodig ze soms uit om samen te eten, onder voorwaarde dat we ergens gaan eten waar zij zelf graag eten (en dus niet de lokale toeristenplek of een grote Amerikaanse keten). Zo heb ik in China in een achterafstraatje in Chengdu met 3 studenten een hotpot gegeten waar achteraf eendentong en varkenshersenen tussen bleek te zitten, heb ik op Java op een theeplantage verse thee gedronken en op Xianmen aan het strand hartige ricecakes en zandwormgelei gegeten.
Dit jaar was reizen lastiger, dus besloot ik om nieuwe vaardigheden te leren, vaardigheden waar ik wel mee bezig was in mijn hoofd en toch niet deed. Zeilen was zoiets. Onderweg naar mijn zeilschool in Friesland at ik vooraf wat in een restaurant. Daar kwam ik in gesprek met één van de medewerkers, Andra. Ze werkte in de keuken en had even pauze om te eten. En omdat ik het fijn vond met iemand samen te eten, nodigde ik haar uit en schoof ze (met toestemming van de manager) bij mij aan tafel.
Andra was samen met een familielid op haar 17e vanuit Ethiopië via omwegen naar Nederland gekomen. We spraken over haar vlucht en over haar leven hier. Hoe de koffie hier anders is, dat twee culturen in je lijf hebben soms lastig is als je kinderen hebt die alleen Nederland kennen. Hoe ze haar moeder verloren had in de oorlog, de beelden van gewonden en overledenen op haar vlucht. Opnieuw beginnen in een ander land, in een andere cultuur, zich zorgen makend over haar vader die ze niet kon bereiken. Geen papieren om te kunnen studeren, werken in allerlei baantjes om te overleven, twee zwangerschappen van een man die niet meer in beeld was.
En voor me zat een sterke vrouw, die zoveel meegemaakt had. Vijf talen spreekt. Vrolijk, lachend, trots. Ze vertelde me met heel veel overtuiging: “En alles wat je meemaakt, daar word je sterker van. Daar leer je van alles te kunnen.” Ze glunderde. Ze was trots dat ze werk had, dat haar kinderen naar school gingen en van plan waren door te studeren. Ze was trots op haar huis in een nieuwbouwwijk in Friesland. En terwijl de tranen in haar ogen stonden over het gemis van haar vader, die nog in Ethiopië was, en de angst voor de oplaaiende gevechten daar, keken die ogen me ook stralend aan.
Na drie kwartier moest ze echt de keuken weer in. We bedankten elkaar voor het gesprek. Voor ons beiden was het een bijzonder gesprek geweest.. Ze vond het fijn dat ik geluisterd en gevraagd had. En ik werd blij van haar optimisme, haar doorzettingsvermogen, haar kracht en haar openheid. Iemand ontmoeten op haar eigen plek, dat zijn de mooiste ontmoetingen.
Dankbaar. Zomaar. In Friesland.